Blaasproblemen

Theorie over het ontstaan van blaasproblemen bij de kat en/of hond:

Dierenarts drs.ing. M. Feenstra

Van nature is ‘gezonde’ urine zodanig van samenstelling, dat eventueel binnendringende bacteriën niet de kans krijgen om te gaan groeien in de blaas. Als dat niet zo was, dan zou uw hond/kat bij elke plasbeurt een bacteriële blaasontsteking krijgen, omdat er dan een open verbinding bestaat tussen de steriele blaasinhoud en de niet steriele buitenwereld.

De basis voor het ontstaan van blaasproblemen begint bij een verstoorde darmflora van vooral de dunne darmen. Dit kan zich uiten in de vorm van braken, wisselende ontlasting, niet altijd even fit zijn.

Een verstoorde darmflora kan komen door het overmatig poetsen (likken) van de vacht, voedselintolerantie, wormen, enz. Er worden in de darmen afvalstoffen geproduceerd, die via de darmwand in het bloed en via de nieren in de blaas terecht komen. Hierdoor verandert het milieu in de blaas, waardoor er kristallen kunnen ontstaan. Door de kristalvorming in de blaas wordt het veranderde milieu in de blaas in stand gehouden en kunnen er eventueel bacteriën gaan groeien met als gevolg een bacteriële blaasontsteking.

 

blaas1. Plasbuisje van de nieren naar de blaas

2. Bloedvaten

3. Zaadbuis

4. Urineblaas

5. Plasbuis van de blaas 
naar buiten

6. Bekkenbodem

7. Penis

8. Voorhuid

9. Penispunt (= Eikel)

10. Zaadbal

11. Bulbourethrale klieren

12. Endeldarm

13. Prostaat

14. Dikke darm

 

Plan van aanpak:

  • Urine onderzoek (via stick en microscopisch onderzoek van het sediment)
  • Controle op vlooien (veel likken en haren binnenkrijgen) en op wormen
  • Eventueel echo en/of röntgenfoto maken van de nieren/blaas in verband met onderzoek op blaas/nierstenen.